Vakblad Natuur Bos Landschap, september 2005
Boven het artikel ‘Vragen en knelpunten bij de toepassing van geïntegreerd bosbeheer’ van Renske Schulting en Robbert Wolf in het Vakblad van april staat een foto van een ‘door recreanten beschadigde boom’. Dat beeld is tekenend voor het artikel: geïntegreerd bosbeheer en een ingekerfde boom, die hebben werkelijk niets met elkaar te maken. Storend zoals het begrip geïntegreerd bosbeheer hier misbruikt wordt, stuitend zoals hier gecommuniceerd wordt, maar het meest zorgelijke is nog wel dat er ook nog een begeleidingscommissie achter zat.
Geïntegreerd bosbeheer
Nou moet je nooit te lang over definities zeuren, maar een beetje bij de les blijven is wel handig. Zeker als we gaan communiceren. Geïntegreerd bosbeheer geachte vakgenoten is, naar analogie van geïntegreerde landbouw, een poging om economie en ecologie te combineren. Van de drie hoofdfuncties die gewoonlijk aan ons bos worden toegedicht (de trias forestica) gaat het bij geïntegreerd bosbeheer vooral om de synthese van de natuur en de houtproductiefunctie. Die twee functies conflicteren namelijk ogenschijnlijk het meest, en daar is geïntegreerd bosbeheer een succesvol antwoord op. De recreatie – weliswaar de belangrijkste functie van ons bos - staat daar los van. Het succes van een bos voor de recreatie, bijvoorbeeld te meten aan het aantal en de tevredenheid van de bezoekers, wordt vooral bepaald door de omvang van de parkeerplaats en de conditie van de wandelpaden. Natuurlijk, hier en daar langs een pad een markante boom en aardige doorzichtjes geven een bosgebied veel moois mee. Zeker alle reden om rekening mee te houden in het beheer en dat doen veel beheerders ook. Maar de echte bosoppervlakte, de bospercelen, worden vanzelf mooi in het kielzog van geïntegreerd bosbeheer: dikke bomen, afwisseling in boomsoort en structuur, en vooral een natuurlijk aandoend bosbeeld; het lijkt wel natuur.
Geïntegreerd bosbeheer is een beheersvorm. En die manier van beheren past heel goed in de multifunctionele doelstelling die voor veel bossen geldt.
Geen geïntegreerd bosbeheer
Het artikel is gebaseerd op het rapport ‘Beweegredenen en knelpunten voor toepassing van geïntegreerd bosbeheer’ van dezelfde auteurs. Een serieus en omvangrijk werkstuk, met daarin de resultaten en analyse van honderd interviews. Dat de overheid, lees de subsidiegever achter dit project, wel eens wil weten hoe het met het bosbeheer in Nederland staat, is voor te stellen (Hoewel? Zou het ze echt interesseren, of is ze dat aangepraat?). Een soort ‘stand van zaken’. Maar dat was niet de bedoeling van deze ongetwijfeld kostbare onderneming.
Het rapport is helder over de doelstelling van het project: ’ …….informeren en stimuleren van geïntegreerd bosbeheer bij particuliere boseigenaren en beheerders’.
Citaat uit het concluderende artikel: “In het totaal gaat het om driehonderd met geïntegreerd bosbeheer samenhangende vragen, behoeften, klachten en problemen”. Maar diesamenhang met geïntegreerd bosbeheer ontbreektgrotendeels: tweederde van de ‘vragen en knelpunten’ hebben weinig of niets met geïntegreerd bosbeheer te maken.
De resultaten van het onderzoek staan in tabelvorm in het artikel. Van de 23 items die worden genoemd, heeft hoogstens eenderde van de items een relatie met geïntegreerd bosbeheer. Eenderde van de vragen/knelpunten zijn niet specifiek voor geïntegreerd bosbeheer, zij zouden dus niet anders beantwoord zijn bij het traditionele bosbeheer. Het gaat dan om houtprijzen, dunning, jeugdverzorging, ongewenste boomsoorten, e.d. Het laatste derde deel van de genoemde items heeft überhaupt niets met bosbeheer te maken zoals overlast door recreanten, inconsistentie van de overheid en waterschapslasten.
Het doel van dit project is het informeren van boseigenaren over geïntegreerd bosbeheer en het stimuleren van geïntegreerd bosbeheer. Echter, als het begrip geïntegreerd bosbeheer zo opgerekt wordt, is de vraag wat dan gecommuniceerd wordt en waar mensen enthousiast voor gemaakt (moeten) worden.
Wie zijn geïnterviewd?
De auteurs concluderen dat er nog ‘veel werk aan de winkel is’ gezien de behoefte aan kennisoverdracht. Als we de aard van geïnterviewden nader bekijken, ligt deze conclusie wel erg voor de hand. De groep van 100 geïnterviewden bestond voor 71% uit beheerders die ‘nog niet zoveel ervaring hebben met geïntegreerd bosbeheer’. Bovendien is bijna de helft beheerder van bos tussen de 5 en 25 ha waar, zoals aangegeven, nooit of slechts incidenteel bosbeheer plaats vindt. Veel geïnteresseerde amateurs dus. Het is op zijn minst twijfelachtig of de belangrijkste conclusie, namelijk dat er behoefte is aan kennisoverdracht, dit onderzoek rechtvaardigt.
Met de resultaten uit dit onderzoek zou ‘beter invulling gegeven kunnen worden aan voorlichting, onderzoek en de inrichting van voorbeeld bedrijven’. Onderzoek en voorbeeldbedrijven zouden zich ons inziens beter kunnen richten op vragen waar professionele beheerders tegenaan lopen. Er zijn voldoende beheerders, bossen en bedrijven waar geïnteresseerde amateurs goede voorbeelden kunnen zien van geïntegreerd bosbeheer.
Kaalslag of geïntegreerd bosbeheer?
Als je op straat aan honderd voorbijgangers vraagt, heeft u nog vragen, behoeften, klachten en problemen, krijg je het bakje wel vol. Dat zegt dus niet zoveel. Sterker nog, een score van 300 vragen / knelpunten van 100 bosmensen is eigenlijk weinig, namelijk maar drie per persoon (het zullen er wat meer zijn, want alleen de vragen/knelpunten die méér dan vijf mensen noemden zijn opgenomen in de tabel.) En als je dan ook nog weet dat tweederde van de vragen weinig met geïntegreerd bosbeheer te maken hebben, kunnen we van een heel bevredigend resultaat spreken!
‘Communicatie met recreanten’ is volgens de auteurs een van de knelpunten van geïntegreerd bosbeheer. De noodzaak van communicatie met bezoekers hangt echter van de plaatselijke omstandigheden af, en niet zozeer van de vorm van bosbeheer. Steeds vaker stellen geïnteresseerden of belanghebbenden het beheer ter discussie. Maar, communicatie over het bosbeheer ligt naar onze ervaring bij geïntegreerd bosbeheer makkelijker dan in het kaalslagbedrijf of bij eenzijdige doelstellingen. De ingrepen bij geïntegreerd bosbeheer zijn immers minder grootschalig en resulteren gewoonlijk in mooiere bosbeelden. De combinatie van een deel van het hout benutten en ook rekening houden met natuur, valt bij veel mensen goed.
Communicatie
De benadering in het artikel doet denken aan veel begrotingen van gemeentelijk bosterrein. Alles wat zich in of in de buurt van het bos afspeelt, wordt op het bos geboekt, met als conclusies ‘wat is ons bosbeheer duur!’ Veel lezerszullen uit het verhaal van Schulting en Wolf concluderen dat er veel problemen zijn met geïntegreerd bosbeheer, kijk bijvoorbeeld naar de reactie van de hoofdredacteur in haar openingscolumn.
Als het gaat om de vraag hoe staat het met de toepassing van geïntegreerd bosbeheer, is onze waarneming, én die van Bea Claessens, een heel andere. Eigenaren, beheerders, beleidsmensen, onderwijzers en onderzoeker, sectorbreed is men positief over geïntegreerd bosbeheer.
Door deze enquête en door het artikel ontstaat echter het beeld dat het nog slecht gesteld is met geïntegreerd bosbeheer. Dat is slechte communicatie. We zouden het tegendeel moeten communiceren. Het is namelijk fantastisch om te merken dat het hoofdgedachtegoed, het samengaan van natuur en productie, zo snel gemeengoed is geworden. Het is nog maar vijftien jaar geleden dat het concept geïntegreerd bosbeheer geïntroduceerd is.
Dat er nog veel vragen zijn, en dat geïntegreerd bosbeheer moeilijker is dan het overzichtelijk kaalslagbedrijf, dat is duidelijk. Daar is geen enquête voor nodig. Als je op een willekeurige Pro Silva bijeenkomst of geïntegreerd bosbeheer excursie luistert naar de vragen en opmerkingen, krijg je hetzelfde beeld. Deelnemers zijn vaak een mengeling van professionals en geïnteresseerde amateurs. Er is veel interesse voor het onderwerp, en dat is positief. De belangstelling voor excursies en cursussen geleid door inspirerende vakmensen is groot. Die vakmensen zitten bij adviesbureaus en bosgroepen, maar die houden zich helaas veel bezig met poespas, bedachte randverschijnselen, zoals deze enquête. Professionals horen in het bos, en daar hun kennis in te zetten en uit te dragen aan een ieder die er behoefte aan heeft. Een prachtige vorm van communicatie, nodig voor het stimuleren en verder ontwikkelen van geïntegreerd bosbeheer, ook na dit project.
Simon Klingen,
Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.
mei 2005
Geïntegreerd bosbeheer is een in de tijd logische opvolger gebleken van het klassieke kaalslagbedrijf, waarin houtproductie de leidraad was. Op veel plaatsen wordt nu anders gewerkt, maar dat heeft nog niet overal tot mooier bos geleid, en er zijn nog veel vragen bij de beheerders. Logisch, een bos veranderen vraagt tijd, en geïntegreerd bosbeheer is complexer dan het kaalslagbeheer. Het vraagt meer kennis en meer aandacht, maar dan krijg je wel een mooier bos.